Welke btw-regels voor (online) seminaries?
Tegenwoordig kunt u naast fysieke seminaries ook webinars en opleidingen on demand volgen. Welke btw-regels zijn daarop van toepassing en wat als dat gebeurt in een grensoverschrijdende context?
I. Btw-regels bij het aanbieden van een seminarie
A. Belang van de plaats van de dienst
Nemen we als voorbeeld een vennootschap die in België is gevestigd en gespecialiseerd is in het aanbieden en organiseren van opleidingen, zowel fysiek als virtueel. De klanten zijn ondernemingen en particulieren, zowel uit andere EU-lidstaten als uit derde landen. In de huidige digitale wereld is dat uiteraard al lang geen uitzondering meer, integendeel.
Om te weten of de organisator in die gevallen al dan niet Belgische btw moet aanrekenen, moet worden onderzocht waar de dienstprestatie dan gesitueerd is op het vlak van btw.
Gaat het om een internationale context, dan is de plaats van de dienst nog belangrijker. Dat bepaalt immers of de Belgische btw-regels van toepassing zijn, dan wel die van een andere EU-lidstaat of van een derde land. Enkel als de dienstprestatie, volgens de plaatsbepalingsregels, gesitueerd is in België, zal de organisator immers 21% Belgische btw moeten aanrekenen.
B. Wat is de plaats van de dienst bij een fysiek seminarie?
Heel dikwijls moet er voor de plaatsbepaling gekeken worden naar de hoedanigheid van de klant, zijnde is het een andere onderneming (b2b) of is het een particulier (b2c). In dit geval speelt dat evenwel niet.
Een fysiek seminarie is met name een zgn. educatieve activiteit en daarvoor gelden de b2b- of b2c-hoofdregels dus niet. Hiervoor geldt met name een afwijkende plaatsbepalingsregel in die zin dat de dienst dan plaatsvindt daar waar het evenement zelf daadwerkelijk plaatsvindt (art. 21, §3, 3° W.Btw voor b2b-transacties en art. 21bis, §2, 5°, a) W.Btw voor b2c-transacties) . Er moet dus ter zake geen onderscheid gemaakt worden tussen b2b-klanten en andere.
Deze plaatsbepalingsregel geldt ook voor meerdaagse opleidingen. De Btw zegt dat de regel sowieso van toepassing is als de duur van de opleiding maximaal zeven kalenderdagen bedraagt (circ. 2021/C/19, 26.02.2021) .
Als dus een in België gevestigde onderneming een opleiding in België organiseert in opdracht van een Nederlandse onderneming, dan de dienst vindt plaats in België, omdat de opleiding fysiek doorgaat in België. De Belgische onderneming moet 21% Belgische btw aanrekenen en kan de b2b-hoofdregel dus niet toepassen in dit geval.
II. Btw-regels bij de modernere vormen van seminaries
A. Geen fysiek seminarie maar een interactieve livestreamsessie
Bij een livestreamsessie verzamelende deelnemers zich niet fysiek op een welbepaalde locatie, maar volgen het seminarie dan vanachter hun pc of laptop en dat op de plaats die ze zelf verkiezen. Specifiek is dat de deelnemers actief kunnen tussenkomen door vragen te stellen en/of opmerkingen te geven.
Ook in dit geval is voorzien dat de dienst door de organisator plaatsvindt daar waar de activiteit daadwerkelijk plaatsvindt. Het is dus de plaats waar de dienst materieel wordt verricht. Kortweg, is dat dan de plaats waar de dienstverrichter, dus de organisator van het seminarie gevestigd is. Ook hier wordt er geen onderscheid gemaakt naargelang de klant een onderneming (b2b) is of een particulier (b2c).
De organisator die in België is gevestigd moet steeds 21% btw aanrekenen aan de deelnemers, ongeacht waar ze zelf zijn gevestigd en ongeacht van waar zij het seminarie volgen.
B. Btw-regels bij een video on demand
Bij een video on demand gaat het om een eerder opgenomen video die de deelnemers op een door hun gekozen tijdstip zelf kunnen bekijken.
Bij een video on demand gaat het dan ook om het leveren van onderwijs op afstand en dat wordt beschouwd als een langs elektronische weg verrichte dienst (art. 18, §1, lid 2, 16° W.Btw) .
In dat geval vindt de dienst van het onderwijs op afstand in principe plaats waar de ontvanger van de dienst is gevestigd. Dat is zowel het geval in een b2b-context (toepassing van de b2b-hoofdregel, art. 21, §2 W.Btw), als in principe ook in een b2c-context (art. 21bis, §2, 9° W.Btw) .
Zo een in België gevestigde organisator een video on demand levert aan een Nederlandse onderneming, dan vindt de dienst plaats in Nederland, plaats waar de ontvanger van de dienst is gevestigd.
De Belgische onderneming rekent bijgevolg geen btw aan op de factuur, maar vermeldt “btw verlegd”. Het is de Nederlandse klant die de Nederlandse btw via zijn in Nederland in te dienen periodieke btw-aangifte zal voldoen en die meteen ook, volgens de normale btw-regels in Nederland, kan recupereren. De Belgische onderneming moet het factuurbedrag opnemen in rooster 44 van haar btw-aangifte en in de IC-opgave onder code “S”